Situering:
Het bijna 10 hectare grote natuurgebied Heiblok, dat aan de westzijde van het Zoerselbos ligt, is eigendom van Natuurpunt . Het natuurgebied Heiblok neemt binnen het Zoerselbos een speciale plaats in. Het wordt gekarakteriseerd door heischrale graslanden, wilgen- en gagelstruwelen en een opgaand eiken- en berkenbos. Het gebied is eigenlijk een verzakking in de zandflanken van de vallei van de Tappelbeek. De kom die zo ontstond staat de ganse winter en het voorjaar onder water. Hierdoor konden bijzondere dieren en planten er zich vestigen. Vroeger was de kom volledig bedekt met een gagelstruweel.
Dieren en planten
De natte toestand in de kom is ideaal voor allerlei amfibieën. Zowel padden, kikkers als salamanders (o.a. vinpootsalamander) voelen er zich in thuis. Het dichte struweel biedt ook een goede dekking aan allerlei vogels. Op de wilgen kunnen dan weer verschillende korstmossen gevonden worden. Een kleine rietkraag, die tussen de gagel en het wilgenstruweel opschiet, biedt dan weer een goede plaats voor onder andere de bosrietzanger. In het zuidoosten ligt een vennetje dat een trekpleister is voor juffers en libellen. Boven het ven vliegen vaak viervleklibellen. Op de open vochtige hooilanden kan je dan weer de geelvlekheidelibel waarnemen.
Op de iets hoger gelegen gronden vind je droge heide. Karakteristieke planten zoals ronde zonnedauw, dop- en struikhei groeien hier. Het icarusblauwtje en de kleine vuurvlinder zijn beide karakteristieke vlinders voor schrale hooilanden, terwijl je het groot dikkopje vaak aantreft op de struwelen.
Natuurbeheer
Het beheer is in handen van vrijwilligers. Het werk bestaat hoofdzakelijk uit een volgende zaken. In de winter wordt er manueel geplagd. Dit wil zeggen dat de voedselrijke bovenlaag verwijderd wordt, waardoor planten van het heischrale milieu, zoals dophei, terug kansen krijgen.
Later op het jaar worden de graslanden gemaaid om verruiging tegen te gaan. Voorts wordt er ook wilgenopslag verwijderd om zo het gagelstruweel een kans geven.
In de herfst maaien we het moerasgedeelte, dit doen we vooral om de pitrus terug te dringen, met succes trouwens. Tussendoor besteden we ook tijd aan het bestrijden van ongewenste exoten, zoals Japanse duizendknoop en Amerikaanse vogelkers.